Over Koen

Dinsdag een prachtige dag. Ik heb Koen opgehaald. Zijn lange lijf met rugzak stond voor de deur. Ik had hem gebeld en gezegd dat ik er stipt 16:31 zou zijn. “Plus of min 30 seconden” krijg je dan te horen. Want zo klopt het en je moet niet nalaten om te prikkelen.

Samen langs Ermelo Sonja ophalen, samen naar Enschede. Tim is jarig. Kolonisten van Catan van Koen als cadeau. Eva is er. We eten heerlijk met een glas wijn. Son en ik gaan.
De dag er na is Koen dood. Met schokken en vlagen komt dat binnen. Ambulances en politie. Mark en Mirte komen erbij.
De schouwarts stelt een natuurlijke dood vast.
We gaan met zijn allen naar Koen.
Daar is hij. We zijn omvergeblazen, platgewalst. Onze Koen is weg. Een natuurlijke dood. Natuurlijk.

Koen is door liefde gemaakte, in liefde geboren, met liefde opgegroeid en opgevoed.
Als baby en kindje een blonde blauwogige cherubijn. Ruzie kende hij eigenlijk niet. Hij keek als het ware naar de omgeving. Als die niet beviel trok hij zich een stukje terug tot een plek waar het voor hem wel goed was.
Hij leerde zichzelf stiekem lezen toen hij vijf was.
Op school was hij een keer zoek. Hij bleek onder een tafel te zitten met een boek. De buitenwereld was hem te druk. Een rustige mooie en lieve rups, die makkelijk een schutkleur aan kon nemen.
Hij ging door, boeken verslindend, blaadje voor blaadje. Zijn hoofd volstoppend met kennis of humor of gewoon wat hij wilde lezen en weten.
Wat hem niet beviel probeerde hij zachtjes te veranderen door zelf te verschuiven. Zijn meest gewelddadige daad op de lagere school was het stiekem vooruit zetten van de klok, zodat de school eerder was afgelopen.
Die school was niet zo boeiend. Hij wist al teveel en wilde meer en andere dingen weten dan de school leerde en kon leren. Vakantie was belangrijk, omdat er dan geen school was… Sorry school, hoe lief ook bedoeld, voor Koen was je een verstoring van zijn tijd.
Hij wilde alleen meer weten van wat hem interesseerde. Dus geen Frans of Duits, maar Engels en de wis- en natuurkundetaal sprak hij vloeiend. Ieder jaar toch weer net genoeg om een klas verder te gaan. Met hulp van een lieve juf Frans die haar en zijn pauze opofferde om ervoor te zorgen dat hij net dat tiende punt kreeg dat hij nodig had om zich nooit meer met Frans bezig te houden. Iedereen gunde dat Koen.
Engels werd ook echt zijn tweede taal. Groot Brittannië zijn land.
Volstrekt a-sportief, een poging tot honkbal – mee met de broers- was madeliefjes plukken in het buitenveld. Een poging tot judo was wachten tot iemand je omvergooide en dan rustig blijven liggen.
Een “voldoende – “voor gymnastiek. Hij deed zo zijn best dat een onvoldoende niet mogelijk was. We hebben samen wel 5 kilometer hardgelopen, dat deed ‘ie vast voor mij….
Jaren muziekles op een keyboard waren nutteloos, maar toen hij wilde en een gitaar pakte slaagde hij er in om zichzelf classical gas en stairway to heaven aan te leren. Daar was geen gitaarleraar voor nodig, een beetje hulp van broer Mark.
Op de middelbare school ontstond de liefde voor het programmeren van spellen. Op de universiteit ging alles echt op zijn plaats vallen. Wiskunde kun je mengen met creativiteit en dan kun je maken wat je mooi vindt, de tijd gebruiken die je daarvoor nodig hebt en vooral geen tijd besteden aan iets wat niet nuttig was. Tijdens colleges kun je allemaal leuke dingen doen, rustig je eigen spellen programmeren en controleer je af en toe met een enkele blik of er misschien les werd gegeven over iets wat je nog niet wist.
Ook daar ging het om de weg ernaar toe en niet om een eindresultaat. Waarom zou je een vak herkansen. Dat vak had je toch al gedaan. Je kunt dan beter een ander vak kiezen. Tijd genoeg maar ook tijd is kostbaar, besteed die tijd goed.
Voor Koen was van belang wie en wat hem interesseerde. Aandacht voor zijn vrienden, aandacht voor zijn design, aandacht voor wat er allemaal kan, niet per se of dat ook een resultaat opleverde.
Geen aandacht voor een worteltje onderin zijn groentenla, dat werd intussen zachtjes bedekt met schimmel.
Vrienden met wie hij een spel speelde, geen computerspel, maar met mensen van vlees en bloed. Dungeons en Dragons. Ze begrepen elkaar. Gelijkgestemde zielen.
Zijn karakternaam in Dungeons en Dragons was Michael hebben we deze week van zijn vrienden gehoord.
Hij verspilde geen tijd. Hij gebruikte de tijd op de manier die hij plezierig vond.
Hij was uitgegroeid tot een grote engel die zijn armen als vleugels om je heen kon slaan. Die engel was gegroeid uit dat blonde blauwogige rupsje, die engel is gekropen uit het cocon dat om nog een beetje om hem heen zat.
Hij was net aan het uitvliegen. De pracht van zijn vleugels was zo zichtbaar. Zijn toekomst begon morgen en was dan nog zo lang. Een spelend mens.
Maar onze Koen is nu weg. We hebben hem alleen nog maar in ons hart.